Volkstuinvereniging ”Achter de Vuurlijn”
De veenmol
De veenmol is een insect dat
gemakkelijk van andere soorten
te onderscheiden is. Het
bruinzwarte dier kan ongeveer 5 cm lang worden, heeft
een langgerekte vorm met graafpoten als een mol. Hij
leeft bijna uitsluitend onder de grond. De veenmol graaft
en onderhoudt evenals de mol onderaardse gangen.
Daarbij worden veel wortels afgebeten. Naast
plantaardige kost eten ze ook dierlijk voedsel, zoals
emelten, in de bodem levende rupsen, poppen en
wormen. Door zo'n leefwijze, waarbij de schade veel
opvallender is dan het nut, is deze interessante soort
absoluut niet geliefd bij tuinliefhebbers. Vooral niet als
ze massaal optreden. De veenmollen zijn zeer behendig
in het maken van hun nesten.
Zij verkiezen daartoe een vaste klomp aarde, waarin ze een gat maken. Daardoor kunnen ze in en uit komen. Van
binnen is een holte ter grootte van twee okkernoten. In
deze holte verbergen zij over de honderd tot honderdvijftig
eieren.
Als alle eieren gelegd zijn maken ze de aarden klomp heel
stevig dicht, want als deze breekt vergaan alle eieren
doordat deze worden gegeten door natuurlijke vijanden
zoals roofvliegen. Er omheen maken ze een soort
loopgracht om alles goed in de gaten te kunnen houden.
Ook maken ze onder deze aarden klomp verscheidene
gangen om in geval van nood te kunnen vluchten. Als ze
opmerken dat het warm en droog weer is brengen zij het
nest, op twee vingerdiktes na, naar de oppervlakte. Dit
doen ze om de zon
haar eieren te laten
uitbroeden. Maar als
het koud en vochtig
weer is laten ze hun
nesten dieper in de
aarde zinken.
Hoewel het lijkt alsof
de veenmol ons met
zijn kaken flink zou
kunnen verwonden,
is dat niet zo.
In de tijd dat er nog niet zo veel speelgoed gekocht werd,
speelden kinderen vaak met de diertjes. Net als van
meikevers, wist toen iedereen dat ze ons niet kunnen
bijten.
Bestrijding:
•
De veenmol is een beschermd diertje en mag daarom niet bestreden worden. Ook gekende
bestrijdingsmiddelen, zoals Mesurol, zijn inmiddels niet meer in de handel verkrijgbaar.
•
De veenmol heeft veel natuurlijke vijanden zoals: mollen, spitsmuizen, eksters, kraaien, roeken en andere
insektenetende vogels.
•
Jonge veenmollen, die al op de volwassen dieren lijken, maar na het uitkomen ongeveer zo groot zijn als een
mier, hebben nog veel meer natuurlijke vijanden. Bijv. spitsmuizen, spreeuwen, kikkers, padden en
salamanders zullen zeker de veenmol op het menu hebben.
•
Veenmollen houden niet van teveel water, evenmin als van droogte; uit een stuk tuin dat kaal gehouden wordt
zullen ze verdwijnen door gebrek aan voedsel.
•
Volgens oude berichten lokt paardenmest veenmollen aan.
•
Bij guur weer verbergen ze zich in deze mest, zodat ze dan gemakkelijk gevangen kunnen worden. Terwijl
paardenmest dus veenmollen aantrekt, worden ze door varkensmest juist verdreven.
•
Boven het nest is de beplanting verdord of dood. In de periode juni-juli-augustus loont het zoeken van de
nesten de moeite.
•
Door glazen potten met de rand enkele centimeters onder de oppervlakte in te graven kunnen veenmollen
gevangen worden, doordat ze er niet uit kunnen.
•
Met wat bier in het glas worden meteen ook slakken gevangen.
•
De gevangen veenmollen in het water gooien heeft geen zin. De diertjes zijn uitstekende zwemmers
•
Een andere manier om de veenmollen boven de grond te krijgen, is het volgieten van de gangen (onder een
tegel) met zeepsop of verlopen olie. Of deze methode aantrekkelijk is voor moestuinders is nog maar de
vraag.
•
De veenmolnesten bevinden zich meestal onder tegels. Vooral in de periode eind mei / begin juni
loont het zeer de moeite om al uw tegeltjes in de moestuin even te lichten. De nestjes zijn dan snel
herkenbaar.