© website eigenaar   Rob Wijnands 2013

Volkstuinvereniging ”Achter de Vuurlijn”

Anneke Anneke wordt in 1947 geboren in Leiden in het ziekenhuis en groeit als enig kind op in de Haarlemmermeer. Zij kent Jan vanaf haar negentiende jaar. Zij werkt dan in een verzorgingscentrum. Als zij gaan trouwen moet Anneke stoppen met werken. In die tijd was dat zo de regel. Inmiddels zijn zij drieënvijftig jaar een paar! Jan en Anneke krijgen twee kinderen, een zoon en een dochter. Naast het opvoeden van de kinderen haalt Anneke het diploma van de moedermavo en volgt zij de fulltimeopleiding Civiele Dienstverlening op het MBO. De werkzaamheden Anneke werkt twintig jaar in de keuken van de VU als chef algemene dienst. Een tijd waar zij met plezier op terug kijkt. In die functie stuurt zij een grote ploeg keukenpersoneel van alle nationaliteiten aan. De afwasploeg alleen al bestaat uit minimaal vijfentwintig mensen! In de begintijd heeft de VU gemiddeld elfhonderd patiënten, later vermindert het aantal tot rond de zevenhonderd. En al die monden moeten drie maal per dag gevuld! Ga maar na hoeveel afwas dat oplevert. Als Anneke zevenenvijftig is gaat zij met pensioen. Nu werkt zij één dag in de week bij haar dochter die een PGB heeft. Jan Jan wordt eveneens in 1947 geboren in Friesland, vlak bij Langweer. Hij heeft een mooie jeugd in een gastvrij gezin met een zorgzame moeder. Het gezin bestaat uit zeven personen. In Friesland is geen werk voor Jans vader en het gezin verhuist in 1956 naar De Kwakel. De middelbare school heeft Jan niet afgemaakt. Het is thuis te druk om geconcentreerd te kunnen werken en hoewel Jan erg goed is in wiskunde boeit school hem niet echt. De werkzaamheden Tot Jan in militaire dienst gaat werkt hij bij een kweker. In militaire dienst wordt zijn talent voor autorijden opgemerkt en hij wordt na het volgen van een rijopleiding en daarna de VAMOR opleiding rijinstructeur. De rijlessen geeft hij in een “Dikke Daf”. Dat is een Y328 met zeswiel-aandrijving. Je zou het kunnen vergelijken met een kleine vrachtwagen, een drietonner. Niet makkelijk voor de leerlingen want, (even voor de kenners) er moet dubbel worden geklutst, dat is tussengas geven als men naar een lagere versnelling moet schakelen. Na zijn diensttijd rijdt Jan eerst op een bloemenwagen en werkt vervolgens achtendertig jaar bij verschillende busmaatschappijen als buschauffeur. Op vijfenzestig jarige leeftijd gaat Jan met pensioen maar blijft invalwerk doen tot zijn achtenzestigste. Vrijwilligerswerk SVA Nu rijdt Jan nog voor SVA. Stichting Veteranen Autobussen en is een landelijke vrijwilligersorganisatie met als doel het behouden en restaureren van autobussen die in de vorige eeuw hebben gereden. De vrijwilligers halen, in authentieke uniformen, voor evenementen als bijvoorbeeld de bootjes dag in Leimuiden, de feestweek in Aalsmeer, lichamelijk en geestelijk gehandicapten bij verschillende instellingen op en brengen ze naar het evenement. Ook particulieren kunnen voor bijvoorbeeld familiefeesten een antieke bus met chauffeur huren. De bussen zijn te bewonderen in het transportmuseum in Nieuw Vennep. Belangrijk in het leven van Anneke en Jan Voor Anneke is Jan heel belangrijk maar ook de kinderen en de kleinkinderen. De kleinkinderen zijn drieëndertig, achtentwintig en drieëntwintig. Appjes van de kleinkinderen maken Jan en Anneke heel blij. Bijvoorbeeld van één van hun kleindochters die Canyongids is in Frankrijk en met de hotelgasten de bergen en vooral diepe dalen ingaat. Het mooiste is het natuurlijk als er ook foto’s bij zitten. Of een bezoekje van hun kleinzoon als die langskomt op zijn motor. De kleinkinderen krijgen altijd van alles mee; honing, jam of vruchten van de tuin. Als iedereen blij is, is Jan het ook. Jan heeft een optimistische kijk op het leven. Zijn motto is: “niet achterom kijken naar wat niet kan, maar kijken naar wat je nog wel kan”. Bijvoorbeeld fietsen, kamperen en tuinieren. Zie de positieve dingen, blijf positief denken. Het kerkenwerk Heel belangrijk voor Jan en Anneke is het kerkenwerk, Anneke doet het pastorale werk voor ouderen in de verzorgingshuizen in Aalsmeer, de kindernevendienst, de Bijbelkring, de gebedsgroep en de verkoop van boeken en kaarten van de boekenhoek. Jan is coördinator van één van de vier wijkteams van de kerk in Kudelstaart. Jan coördineert het pastorale werk, stuurt pastorale medewerkers, ouderlingen en contactpersonen aan, indien nodig springt hij bij. Daarbij komen dan nog de vergaderingen. Voor Jan en Anneke zijn de sociale contacten heel belangrijk. Een biologische tuin Anneke en Jan tuinieren zo gifvrij als mogelijk is. Zij leggen hooguit een blauw korreltje voor de veenmol neer maar dat is het dan ook. De gewassen die zij op de tuin hebben staan zijn de gebruikelijke en zij hebben vrij veel fruit zoals bessen, bramen en frambozen. De liefde voor bijen Anneke en Jan hebben twee bijenkasten op de tuin staan. Het doel is het bevruchten van bloemetjes van de bonen etc. De honing is een plezierige bijkomstigheid. In de zomer voeden de bijen zich met nectar, honing, stuifmeel en water. Natuurlijk is het meegenomen dat de bijen honing leveren. In één bijenkast zitten makkelijk 20.000 honingbijen en op het toppunt van hun seizoen kunnen dat er zelfs 50.000 tot 60.000 zijn. De bijen verzamelen samen een hoop nectar en stuifmeel. Ze vliegen plm. 3 km ver van de kast om nectar te halen. Op koudere dagen vliegen ze weinig en blijven dichter bij de kast. In de herfst worden ze ingewinterd, dat betekent dat ze speciale suikergelei krijgen om de winter door te komen. De liefde van Anneke voor het houden van bijen ontstaat in de tuin van haar ouderlijk huis waar een imker zijn korven heeft staan. Anneke kijkt altijd mee met de imker en na haar pensionering volgt zij een cursus voor imker. Vanaf het moment dat zij haar diploma haalt houden Anneke en Jan bijen. Anneke en Jan hebben nu vijf volken; twee op de tuin, twee in Amstelveen en één in de tuin bij hun huis in De Kwakel. In drie van de vijf kasten huist een F1 Moer (koningin) dat is een Moer die gefokt is op het eiland Marken. Ze paart dan alleen met darren die gefokt zijn op Marken en varroamijt vrij zijn. Want Marken ligt meer dan 3 kilometer uit het vaste land en zover kunnen bijen niet vliegen. De honing Afgelopen voorjaar en deze zomer samen slingeren Anneke en Jan naar verwachting 30 kilo honing. Dat zijn ruim 60 potjes. Hoeveel de zomerhoning op gaat brengen is nog een verrassing. Daarna blijft de honing in de kasten voor eigen consumptie van de bijen. Het slingeren van de ramen doen Anneke en Jan zelf. Die honing gaat in speciale emmers om te besterven en het schuim wordt elke dag weggehaald en omgeroerd. In het schuim dat boven komt drijven zitten resten van vleugeltjes en pootjes ed. Na vijf dagen kan de honing in het potje. De honing is heel zuiver, het is een gefermenteerd product en bevat geen bacteriën. De kasten zijn ook bacterievrij want de bijen dichten alle kiertjes en gaatjes met Propolis, dat is een kleverige donkerbruine substantie die de bijen zelf maken om de bacteriën en schimmels te doden. Krijg deze kleverige stof niet aan je kleding want het gaat er nooit meer uit. Propolis wordt ook wel kithars genoemd. De varroamijt

De darren die de moer bevruchten hebben altijd de varroamijt op hun lijfje zitten. Op

het moment dat ze in de bijenkast komen lopen de darren over niet gesloten cellen,

die later afgedicht worden, heen. In die cellen zit een eitje. Op het moment dat de

cellen nog open zijn laten de mijten zich in de cel vallen en zodra het eitje een popje

wordt gaat hij op het lijfje van de jonge in wording zijnde bij zitten. De mijt kan

verschillende ziekten veroorzaken zoals de gekreukelde vleugelziekte of nog erger;

Amerikaans of Europees vuilbroed. Als dat gebeurt moet de imker het melden bij het

Landelijk informatiepunt en wordt de bijenkast inclusief de bijen verbrand.

Bestrijding van de varroamijt. De varroamijt vormt dus een bedreiging voor de bijen. Anneke en Jan bestrijden de mijten met Thymovar een natuurlijke bestrijder. Dat zijn sponsjes die Thymol, een extract uit de tijmplant, bevatten. De sponsjes worden in de broedkamers in de bijenkasten gelegd. Elke drie weken vernieuwen Anneke en Jan de sponsjes. De mijten kunnen daar niet tegen en gaan dood en de honing krijgt een lichte tijmsmaak. Volgens Anneke werkt dit middel, dat behoorlijk prijzig is, veel beter dan oxaalzuur of mierenzuur dat veel imkers gebruiken.

Geneeskracht van Honing en Propolis.

Honing kan het immuunsysteem versterken. Anneke geeft de volgende uitleg. In de honing zitten pollen van planten. Deze pollen kun je eruit zeven maar als je deze erin laat zitten dan kan dat een goede bestrijder van hooikoorts worden. Je moet dan een jaar lang, op je nuchtere maag, een theelepel streekhoning (uit je eigen omgeving) nemen. Beginnen in de zomer; de honing bevat de pollen waarvoor je allergisch bent. Je lichaam bouwt zo een resistentie op. Als je gaat snotteren dan is het het juiste middel. Net zoals met Homeopathische medicijnen; eerst verergert het de kwaal en dat betekent dat het juiste middel gevonden is. Dan moet je een week stoppen en de inname langzaamaan van een half theelepeltje opvoeren naar 1 theelepel. Dit moet je een jaar lang consequent volhouden. Er is 80 procent kans op verbetering of zelfs genezing. Propolis schijnt in gezuiverde vorm goed te zijn voor de bloedvaten, en het genezen van infecties en is verkrijgbaar bij natuurwinkels en het Bijenhuis. Jampotten vullen a la Anneke Om de jam goed te kunnen bewaren allereerst de potten met heet sodawater wassen en daarna met heet water naspoelen. De pot vervolgens op een niet pluizige doek op de kop drogen. Niet drogen met een theedoek want de vezeltjes kunnen schimmel veroorzaken. De deksels van de potjes in een pan met water doen, het water aan de kook brengen en tijdens het vullen van de potjes de deksels op een laag vuurtje laten staan. Dan het potje vullen tot 1 cm onder de rand en met een schone tang een dekseltje uit het hete water halen. Het water uit het dekseltje schudden en direct op het potje doen. Aandraaien met een schone doek. Door de verhitting is de rubberring zacht geworden en zuigt zich vacuüm. Dan het potje omkeren en 5 minuten laten staan. Dan weer keren en af laten koelen. Leg een theedoek over de potjes heen want als het een beetje tocht kan het glas springen. Labelen met datum en soort fruit. De jam is één jaar houdbaar mits donker en op kamertemperatuur bewaart. Nog wat tips van Anneke Gebruik geen potten van zure uitjes/augurken die lucht gaat niet uit de potjes en bederft alles wat erin zit.Gebruik schone potjes van Hak met de 1-2-OPEN deksel. De deksels moeten gaaf zijn, evenals de potjes. Voor honing zijn er ook speciale potjes te koop maar de potjes met schroefdeksel zijn net zo goed. Veertig jaar tuinieren Tuinieren zien Anneke en Jan als hobby. Ze zijn lekker bezig en hebben het gezellig. Anneke neemt koffie mee en samen met de buren drinken ze vaak een kopje koffie. Ze tuinieren al zeker veertig jaar op verschillende locaties om tenslotte via hun zoon op het complex aan de Vuurlijn terecht te komen. Ze beginnen voorin maar verhuizen later naar achteren. Dat is een rustigere plaats voor de bijen. De kunst afkijken Anneke kijkt de kunst van het tuinieren af van haar vader die naast hun huis een bunder grond heeft en naast zijn werk groente en fruit kweekt voor de veiling. Het hele gezin dat zijn: opa, vader, moeder en Anneke helpen mee met oogsten. Per dag plukt het gezin vijf tot tien kilo aardbeien die ze leveren aan de veiling en verkopen aan huis. Ook Jan kijkt de kunst af van zijn vader. Zijn vader werkt op een boerderij en krijgt naast een huis om gratis in te wonen, drie liter melk per dag en vijftien mud aardappels. Andere tijden! Natuurlijk ligt er een grote tuin bij het huis waarin van alles wordt verbouwd en zo groeit Jan op met een moestuin. Zowel bij Anneke als bij Jan gaat tuinieren, door alle kennis die zij in hun jeugd spelenderwijs vergaard hebben, zo’n beetje vanzelf. De mooie kanten van tuinieren Jan vindt het heel leuk om te oogsten, Anneke geniet meer van het opkweken van de plantjes. Er is niets wat zij vervelend vinden, zelfs aan onkruid wieden hebben zij geen hekel want een goede opbrengst is de beloning. Tuinieren geeft hen veel voldoening. De rust, de opbrengst, het lekker zien groeien, het genieten van de natuur, het bewustzijn van de schepping die zo mooi is. De ietsje minder mooie kanten Na veel nadenken weten Anneke en Jan toch wel iets wat een beetje minder is te noemen; op sommige tuinen staan de gewassen zo dicht bij het pad dat je er achter blijft haken, soms breekt je je nek over uitstekende planken, de eenden die de tuinbonen opeten en natuurlijk de veenmol die het voorzien heeft op dahlia’s, aardappels en andere groenten. Rust in het hoofd Zowel Anneke als Jan ervaren vooral de rustgevende kant van tuinieren. Tijdens het tuinieren wordt het hoofd leeggemaakt. Tuinieren geeft hen veel voldoening en tuinieren is een goede remedie om de spieren soepel te houden. Tip Drie tips; help elkaar wanneer nodig, werk biologisch en maak meer gebruik van de ruiltafel.
naar startpagina naar startpagina naar een ander interview naar een ander interview
Zie de positieve dingen, blijf positief denken
interview met Jan en Anneke de Jong
Jan en Anneke de Jong
VU ziekenhuis in 1975
de jonge Jan in z’n Y328
De Spil - Protestantse Gemeente Kudelstaart
de varroamijt
zwermende bijen op ons volkstuincomplex
Stichting Veteraan Autobussen
Langweer, Friesland
Anneke met haar tweede grote liefde
achterdevuurlijn