Volkstuinvereniging ”Achter de Vuurlijn”
Anneke
Anneke wordt in 1947 geboren in Leiden in het ziekenhuis
en groeit als enig kind op in de Haarlemmermeer. Zij kent
Jan vanaf haar negentiende jaar. Zij werkt dan in een
verzorgingscentrum. Als zij gaan trouwen moet Anneke
stoppen met werken. In die tijd was dat zo de regel.
Inmiddels zijn zij drieënvijftig jaar een paar! Jan en Anneke
krijgen twee kinderen, een zoon en een dochter. Naast het
opvoeden van de kinderen haalt Anneke het diploma van
de moedermavo en volgt zij de fulltimeopleiding Civiele
Dienstverlening op het MBO.
De werkzaamheden
Anneke werkt twintig jaar in de keuken van de VU als chef algemene
dienst. Een tijd waar zij met plezier op terug kijkt. In die functie stuurt zij
een grote ploeg keukenpersoneel van alle nationaliteiten aan. De
afwasploeg alleen al bestaat uit minimaal vijfentwintig mensen! In de
begintijd heeft de VU gemiddeld elfhonderd patiënten, later vermindert
het aantal tot rond de zevenhonderd. En al die monden moeten drie
maal per dag gevuld! Ga maar na hoeveel afwas dat oplevert. Als
Anneke zevenenvijftig is gaat zij met pensioen. Nu werkt zij één dag in
de week bij haar dochter die een PGB heeft.
Jan
Jan wordt eveneens in 1947 geboren in Friesland, vlak bij Langweer. Hij
heeft een mooie jeugd in een gastvrij gezin met een zorgzame moeder.
Het gezin bestaat uit zeven personen. In Friesland is geen werk voor
Jans vader en het gezin verhuist in 1956 naar De Kwakel. De
middelbare school heeft Jan niet afgemaakt. Het is thuis te druk om
geconcentreerd te kunnen werken en hoewel
Jan erg goed is in wiskunde boeit school hem
niet echt.
De werkzaamheden
Tot Jan in militaire dienst gaat werkt hij bij een kweker. In militaire dienst wordt
zijn talent voor autorijden opgemerkt en hij wordt na het volgen van een
rijopleiding en daarna de VAMOR opleiding rijinstructeur. De rijlessen geeft hij in
een “Dikke Daf”. Dat is een Y328 met zeswiel-aandrijving. Je zou het kunnen
vergelijken met een kleine vrachtwagen, een drietonner. Niet makkelijk voor de
leerlingen want, (even voor de kenners) er moet dubbel worden geklutst,
dat is tussengas geven als men naar een lagere versnelling moet
schakelen. Na zijn diensttijd rijdt Jan eerst op een bloemenwagen en
werkt vervolgens achtendertig jaar bij verschillende busmaatschappijen
als buschauffeur. Op vijfenzestig jarige leeftijd gaat Jan met pensioen
maar blijft invalwerk doen tot zijn achtenzestigste.
Vrijwilligerswerk SVA
Nu rijdt Jan nog voor SVA. Stichting Veteranen Autobussen en is een
landelijke vrijwilligersorganisatie met als doel het behouden en
restaureren van autobussen die in de vorige eeuw hebben
gereden. De vrijwilligers halen, in authentieke uniformen,
voor evenementen als bijvoorbeeld de bootjes dag in
Leimuiden, de feestweek in Aalsmeer, lichamelijk en
geestelijk gehandicapten bij verschillende instellingen op
en brengen ze naar het evenement. Ook particulieren
kunnen voor bijvoorbeeld familiefeesten een antieke bus
met chauffeur huren. De bussen zijn te bewonderen in het
transportmuseum in Nieuw Vennep.
Belangrijk in het leven van Anneke en Jan
Voor Anneke is Jan heel belangrijk maar ook de kinderen en de kleinkinderen. De kleinkinderen zijn
drieëndertig, achtentwintig en drieëntwintig. Appjes van de kleinkinderen maken Jan en Anneke heel blij.
Bijvoorbeeld van één van hun kleindochters die Canyongids is in Frankrijk en met de hotelgasten de
bergen en vooral diepe dalen ingaat. Het mooiste is het natuurlijk als er ook foto’s bij zitten. Of een
bezoekje van hun kleinzoon als die langskomt op zijn motor. De kleinkinderen krijgen altijd van alles mee;
honing, jam of vruchten van de tuin. Als iedereen blij is, is Jan het ook. Jan heeft een optimistische kijk op
het leven. Zijn motto is: “niet achterom kijken naar wat niet kan, maar kijken naar wat je nog wel kan”.
Bijvoorbeeld fietsen, kamperen en tuinieren. Zie de positieve dingen, blijf positief denken.
Het kerkenwerk
Heel belangrijk voor Jan en Anneke is het kerkenwerk,
Anneke doet het pastorale werk voor ouderen in de
verzorgingshuizen in Aalsmeer, de kindernevendienst, de
Bijbelkring, de gebedsgroep en de verkoop van boeken en
kaarten van de boekenhoek. Jan is coördinator van één
van de vier wijkteams van de kerk in Kudelstaart. Jan
coördineert het pastorale werk, stuurt pastorale
medewerkers, ouderlingen en contactpersonen aan,
indien nodig springt hij bij. Daarbij komen dan nog de vergaderingen. Voor Jan en Anneke zijn de sociale
contacten heel belangrijk.
Een biologische tuin
Anneke en Jan tuinieren zo gifvrij als mogelijk is. Zij leggen hooguit een blauw korreltje voor de veenmol
neer maar dat is het dan ook. De gewassen die zij op de tuin hebben staan zijn de gebruikelijke en zij
hebben vrij veel fruit zoals bessen, bramen en frambozen.
De liefde voor bijen
Anneke en Jan hebben twee bijenkasten op de tuin staan. Het doel is het
bevruchten van bloemetjes van de bonen etc. De honing is een plezierige
bijkomstigheid. In de zomer voeden de bijen zich met nectar, honing,
stuifmeel en water. Natuurlijk is het meegenomen dat de bijen honing
leveren. In één bijenkast zitten
makkelijk 20.000 honingbijen en op
het toppunt van hun seizoen
kunnen dat er zelfs 50.000 tot
60.000 zijn. De bijen verzamelen
samen een hoop nectar en
stuifmeel. Ze vliegen plm. 3 km ver van de kast om nectar te
halen. Op koudere dagen vliegen ze weinig en blijven dichter bij
de kast. In de herfst worden ze ingewinterd, dat betekent dat ze
speciale suikergelei krijgen om de winter door te komen. De liefde
van Anneke voor het houden van bijen ontstaat in de tuin van
haar ouderlijk huis waar een imker zijn korven heeft staan.
Anneke kijkt altijd mee met de imker en na haar pensionering
volgt zij een cursus voor imker. Vanaf het moment dat zij haar
diploma haalt houden Anneke en Jan bijen. Anneke en Jan hebben
nu vijf volken; twee op de tuin, twee in Amstelveen en één in de tuin
bij hun huis in De Kwakel. In drie van de vijf kasten huist een F1
Moer (koningin) dat is een Moer die gefokt is op het eiland Marken.
Ze paart dan alleen met darren die gefokt zijn op Marken en
varroamijt vrij zijn. Want Marken ligt meer dan 3 kilometer uit het
vaste land en zover kunnen bijen niet vliegen.
De honing
Afgelopen voorjaar en deze zomer samen slingeren Anneke en Jan naar verwachting 30 kilo honing. Dat
zijn ruim 60 potjes. Hoeveel de zomerhoning op gaat brengen is nog een verrassing. Daarna blijft de
honing in de kasten voor eigen consumptie van de bijen. Het slingeren van de ramen doen Anneke en Jan
zelf. Die honing gaat in speciale emmers om te besterven en het schuim wordt elke dag weggehaald en
omgeroerd. In het schuim dat boven komt drijven zitten resten van vleugeltjes en pootjes ed. Na vijf dagen
kan de honing in het potje. De honing is heel zuiver, het is een gefermenteerd product en bevat geen
bacteriën. De kasten zijn ook bacterievrij want de bijen dichten alle kiertjes en gaatjes met Propolis, dat is
een kleverige donkerbruine substantie die de bijen zelf maken om de bacteriën en schimmels te doden.
Krijg deze kleverige stof niet aan je kleding want het gaat er nooit meer uit. Propolis wordt ook wel kithars
genoemd.
De varroamijt
De darren die de moer bevruchten hebben altijd de varroamijt op hun lijfje zitten. Op
het moment dat ze in de bijenkast komen lopen de darren over niet gesloten cellen,
die later afgedicht worden, heen. In die cellen zit een eitje. Op het moment dat de
cellen nog open zijn laten de mijten zich in de cel vallen en zodra het eitje een popje
wordt gaat hij op het lijfje van de jonge in wording zijnde bij zitten. De mijt kan
verschillende ziekten veroorzaken zoals de gekreukelde vleugelziekte of nog erger;
Amerikaans of Europees vuilbroed. Als dat gebeurt moet de imker het melden bij het
Landelijk informatiepunt en wordt de bijenkast inclusief de bijen verbrand.
Bestrijding van de varroamijt.
De varroamijt vormt dus een bedreiging voor de bijen. Anneke en Jan bestrijden de mijten met Thymovar
een natuurlijke bestrijder. Dat zijn sponsjes die Thymol, een extract uit de tijmplant, bevatten. De sponsjes
worden in de broedkamers in de bijenkasten gelegd. Elke drie weken vernieuwen Anneke en Jan de
sponsjes. De mijten kunnen daar niet tegen en gaan dood en de honing krijgt een lichte tijmsmaak.
Volgens Anneke werkt dit middel, dat behoorlijk prijzig is, veel beter dan oxaalzuur of mierenzuur dat veel
imkers gebruiken.
Geneeskracht van Honing en Propolis.
Honing kan het immuunsysteem versterken. Anneke geeft de volgende uitleg.
In de honing zitten pollen van planten. Deze pollen kun je eruit zeven maar
als je deze erin laat zitten dan kan dat een goede bestrijder van hooikoorts
worden. Je moet dan een jaar lang, op je nuchtere maag, een theelepel
streekhoning (uit je eigen omgeving) nemen. Beginnen in de zomer; de
honing bevat de pollen waarvoor je allergisch bent. Je lichaam bouwt zo een
resistentie op. Als je gaat snotteren dan is het het juiste middel. Net zoals met
Homeopathische medicijnen; eerst verergert het de kwaal en dat betekent dat
het juiste middel gevonden is. Dan moet je een week stoppen en de inname
langzaamaan van een half theelepeltje opvoeren naar 1 theelepel. Dit moet je een jaar lang consequent
volhouden. Er is 80 procent kans op verbetering of zelfs genezing. Propolis schijnt in gezuiverde vorm
goed te zijn voor de bloedvaten, en het genezen van infecties en is verkrijgbaar bij natuurwinkels en het
Bijenhuis.
Jampotten vullen a la Anneke
Om de jam goed te kunnen bewaren allereerst de potten met heet sodawater wassen en daarna met heet
water naspoelen. De pot vervolgens op een niet pluizige doek op de kop drogen. Niet drogen met een
theedoek want de vezeltjes kunnen schimmel veroorzaken. De deksels van de potjes in een pan met
water doen, het water aan de kook brengen en tijdens het vullen van de potjes de deksels op een laag
vuurtje laten staan. Dan het potje vullen tot 1 cm onder de rand en met een schone tang een dekseltje uit
het hete water halen. Het water uit het dekseltje schudden en direct op het potje doen. Aandraaien met
een schone doek. Door de verhitting is de rubberring zacht geworden en zuigt zich vacuüm. Dan het potje
omkeren en 5 minuten laten staan. Dan weer keren en af laten koelen. Leg een theedoek over de potjes
heen want als het een beetje tocht kan het glas springen. Labelen met datum en soort fruit. De jam is één
jaar houdbaar mits donker en op kamertemperatuur bewaart.
Nog wat tips van Anneke
Gebruik geen potten van zure uitjes/augurken die lucht gaat niet uit de potjes en bederft alles wat erin
zit.Gebruik schone potjes van Hak met de 1-2-OPEN deksel. De deksels moeten gaaf zijn, evenals de
potjes. Voor honing zijn er ook speciale potjes te koop maar de potjes met
schroefdeksel zijn net zo goed.
Veertig jaar tuinieren
Tuinieren zien Anneke en Jan als hobby. Ze zijn lekker bezig en hebben het
gezellig. Anneke neemt koffie mee en samen met de buren drinken ze vaak
een kopje koffie. Ze tuinieren al zeker veertig jaar op verschillende locaties
om tenslotte via hun zoon op het complex aan de Vuurlijn terecht te komen.
Ze beginnen voorin maar verhuizen later naar achteren. Dat is een rustigere
plaats voor de bijen.
De kunst afkijken
Anneke kijkt de kunst van het tuinieren af van haar vader die naast hun huis
een bunder grond heeft en naast zijn werk groente en fruit kweekt voor de
veiling. Het hele gezin dat zijn: opa, vader, moeder en Anneke helpen mee
met oogsten. Per dag plukt het gezin vijf tot tien kilo aardbeien die ze
leveren aan de veiling en verkopen aan huis. Ook Jan kijkt de kunst af van
zijn vader. Zijn vader werkt op een boerderij en krijgt naast een huis om
gratis in te wonen, drie liter melk per dag en vijftien mud aardappels. Andere
tijden! Natuurlijk ligt er een grote tuin bij het huis waarin van alles wordt
verbouwd en zo groeit Jan op met een moestuin. Zowel bij Anneke als bij Jan gaat tuinieren, door alle
kennis die zij in hun jeugd spelenderwijs vergaard
hebben, zo’n beetje vanzelf.
De mooie kanten van tuinieren
Jan vindt het heel leuk om te oogsten, Anneke
geniet meer van het opkweken van de plantjes. Er
is niets wat zij vervelend vinden, zelfs aan onkruid
wieden hebben zij geen hekel want een goede
opbrengst is de beloning. Tuinieren geeft hen veel
voldoening. De rust, de opbrengst, het lekker zien
groeien, het genieten van de natuur, het
bewustzijn van de schepping die zo mooi is.
De ietsje minder mooie kanten
Na veel nadenken weten Anneke en Jan toch wel iets wat een beetje minder is te noemen; op sommige
tuinen staan de gewassen zo dicht bij het pad dat je er achter blijft haken, soms breekt je je nek over
uitstekende planken, de eenden die de tuinbonen
opeten en natuurlijk de veenmol die het voorzien heeft
op dahlia’s, aardappels en andere groenten.
Rust in het hoofd
Zowel Anneke als Jan ervaren vooral de rustgevende
kant van tuinieren. Tijdens het tuinieren wordt het hoofd
leeggemaakt. Tuinieren geeft hen veel voldoening en
tuinieren is een goede remedie om de spieren soepel te
houden.
Tip
Drie tips; help elkaar wanneer nodig, werk biologisch en
maak meer gebruik van de ruiltafel.
Zie de positieve dingen, blijf positief denken
interview met Jan en Anneke de Jong
Jan en Anneke de Jong
VU ziekenhuis in 1975
de jonge Jan in z’n Y328
De Spil - Protestantse Gemeente Kudelstaart
de varroamijt
zwermende bijen op ons volkstuincomplex
Stichting Veteraan Autobussen
Langweer, Friesland
Anneke met haar tweede grote liefde