Volkstuinvereniging ”Achter de Vuurlijn”
In 1939, als Teun drie maanden oud is,
trekken zijn ouders in het huis aan de
Vuurlijn.
De overgroot opa van Teun laat het
huis in 1877 bouwen voor het bedrag
van 99 gulden en 50 cent.
De opa van Teun is visser. In die tijd is
de Legmeerpolder nog een meer. Het
Noorder Legmeer en het Zuider
Legmeer.
Het Noorder Legmeer, dat loopt van
Amstelveen en Bovenkerk tot
Aalsmeer wordt als eerste
drooggelegd omdat het, als het stormt,
voor overstromingen in Bovenkerk
zorgt.
Met Teun mee telt het katholieke gezin
zestien kinderen. Tien jongens en zes meiden. Teuns moeder had het liever andersom gezien
want de jongens geven elkaar een dreun als er onenigheid is en dan is het maar klaar. Met
meiden is het een heel ander verhaal.
Een vol huis, waar opa ook woont en waar in de oorlog kinderen die weer op krachten moeten
komen, opgenomen worden. Ook Joodse onderduikers vinden een veilige plek bij de ouders van
Teun. Telkens twee personen die maximaal drie weken blijven. Uit veiligheidsoverwegingen
brengt de vader van Teun ze dan naar Mijdrecht, waar ze ook weer drie weken blijven. In een
schuur op het land slapen ’s nachts soms wel 10 mensen uit omliggende dorpen die uit angst
voor razzia’s hun huis ontvluchten.
Er is altijd genoeg te eten, men leeft van wat de natuur geeft; het land, het water en de polder
waar veel eetbaars loopt en vliegt.
De kinderen slapen op zolder, een gordijn zorgt voor de scheiding tussen de jongens en de
meisjes.
Als het elfde kind zich meldt
wordt het huis te klein en wordt
er een stuk aangebouwd.
Het huis wordt gemoderniseerd
en de oude bedsteden gaan eruit
om ruimte te maken voor een
grotere woonkamer.
Zestien kinderen
De vader van Teun koopt één
hectare grond. De grond waar nu
nog de kassen van de buurman
op staan. Eerst verbouwt de
vader van Teun groenten, later
ook lof en chrysanten. Een stukje
grond dat over is wordt moestuin.
De groenten voor de verkoop worden opgehaald met een boot
en gaan zo naar de groenteveiling in Vinkeveen. Later komen er
ook kassen met lathyrus, anemonen en chrysanten.
Alle kinderen helpen mee in het bedrijf en in de moestuin.
Het kweken van chrysanten is een hele klus. Als de knop kleurt
wordt de plant met een kluit van ongeveer 15 centimeter
opgestoken en in de praam (een platte, open boot) naar de kas
vervoerd. Daar gaat de plant de volle grond in, krijgt de plant
veel water en wordt geknipt als hij in bloei komt.
Om de bloem gaan vaak zakjes, dit om de bloem te
beschermen. Na de bloei wordt een deel van de planten weer
gestekt.
Behalve werken is er ook tijd voor ontspanning. Als het warm
weer is vult de vader van Teun de praam met water en kunnen
de kinderen heerlijk badderen en leren zwemmen.
Naast zijn werk en het opvoeden van zestien kinderen vindt de
vader van Teun ook nog tijd voor het wethouderschap.
Amsterdams afval
Via de meren komen de boten met keukenafval uit Amsterdam.
Het afval in een grote boot, getrokken door een klein
sleepbootje. Het afval moet compost worden en wordt op de
landerijen, het hoge land, gegooid. Als
de meren worden ingepolderd is het
afgelopen met de stort.
De mooie scherven die in de grond zitten,
de vele pijpenkopjes en heel soms een
sieraad herinneren aan die tijd.
Vechten
Op dansen
ontmoet Teun
Jannie.
Jannie woont
in
Zevenhoven
en na de
dansles
brengt Teun haar naar huis. Dat is niet gebruikelijk in het dorp en
Teun wordt zeer onvriendelijk aangesproken door twee mannen. Nu
is Teun niet bang voor een potje vechten maar daar wil Jannie niets
van weten. Als hij gaat vechten wil ze hem nooit meer zien. Teun
kiest eieren voor zijn geld en in 1963 trouwen zij. Zij krijgen drie dochters. Hun eerste huis staat
in De Kwakel, midden in het dorp. Nu is daar een patattent. Hun tweede huis ligt aan de
Boterdijk. Ook dat huis heeft plaats gemaakt voor nieuwbouw.
Bij alle huizen ligt een tuin en Teun houdt na het overlijden van zijn vader ook de tuin voor zijn
moeder bij. Later koopt hij het ouderlijk huis met 1500 vierkante meter grond van zijn moeder.
Werk
De vader van Teun sterft jong. Een jaar lang runt Teun de kwekerij. Hij heeft de kennis, naast alle
ervaring heeft hij ook de tuinbouwschool gedaan, maar zijn hart ligt er niet in. Zijn zwager koopt
de kwekerij en Teun heeft verschillende banen.
Hij werkt bij een veevoederhandel. Daar wordt hij beresterk want hij draagt zakken van 100 kilo
op zijn hoofd. Ook werkt hij bij een sloopbedrijf, hij zit op de kraanwagen en hij werkt als
chauffeur.
Voor zijn baas bouwt hij een garage van 600 vierkante meter. Hij maakt zelf de bekisting voor de
fundering en alle kozijnen. Voor de andere werkzaamheden huurt hij mensen in. Het gebouw
staat er nog steeds. Als je van Uithoorn naar Amstelveen rijdt ligt het gebouw schuin naast het
gebouw van Kaatee transport.
Hobby’s
Teun houdt van werken tot hij erbij neervalt. Stilzitten is niets voor hem. Het is heel frustrerend
dat hij, nu hij eenentachtig jaar is en lichamelijk erg achteruit gaat veel dingen niet meer kan
doen. Hij heeft zo veel hobby’s en zoveel interesses maar het lukt niet meer. Tuinieren gaat
moeizaam, vissen is voorbij, timmeren gaat ook niet meer want sinds zijn herseninfarct kan hij
slecht onthouden.
In het verleden gaat Teun wel drie tot vier keer per week 's nachts vissen. Hij houdt van vissen
op paling.
Peuren is een uitstekende methode om paling te vangen. Je rijgt in de lengte wormen aan een
draad. Die draad wikkel je om je vingers en het bosje dat zo ontstaat hang je aan je hengel. Net
boven de bodem beweeg je het bosje heen en weer. De paling hapt in de worm en blijft met zijn
tandjes achter het draadje hangen. Dan haal je de draad heel voorzichtig binnen. Nu is er vrijwel
geen paling meer en peuren is strafbaar.
Teun houdt van werken met hout. In zijn goede jaren bouwt hij alle huisjes op zijn landgoed en
kassen, bakken en huisjes voor de tuinders achter zijn huis, en hij draait heel veel houten
voorwerpen.
Het stukje grond van de
tuinvereniging
Het stuk grond achter zijn
huis is ooit boerenland met
koeien. De boer woont in
het dorp en komt met de
roeiboot langs om de
koeien te melken.
Dan koopt Krijn Arendse de
grond. Hij zet gele Forsythia
en Zonneoog (Heliopsis) op de grond. Als de handel niets meer opbrengt gaat hij de grond in
kleine stukjes verhuren. Na zijn overlijden neemt zijn kleinzoon de grond over.
Teun en de tuinders
De tuinders betekenen veel voor Teun. Hij heeft veel contact met de mensen en doet heel erg
veel voor ze. Hij geeft ze materiaal, maakt kastjes en schuren voor ze, spit, legt indien nodig
drainagebuizen aan, wat doet hij niet! Dat gaat nu niet meer maar nog steeds geeft hij materiaal,
zaailingen en plantjes. Je kunt altijd
gereedschap van hem lenen en hij geeft
handige tips.
Behalve dat het geweldig is voor de tuinders,
is het voor Teun ook fijn; het geeft hem iets om
handen en hij heeft veel aanspraak.
Het gaat hem wel eens aan zijn hart als hij ziet
wat een puinhoop sommigen er van maken.
Ook voor de eigenaar betekent hij veel. Tot
voor kort beheert hij het hek en houdt de boel
in de gaten en alle nummerbordjes die in de
tuinen staan, zijn van zijn hand.
Teun en de vereniging
Een groot aantal tuinders heeft veel aan Teun te danken, zonder hem geen huisje, kasje,
gereedschap, vervanging voor mislukte plantjes of goede raad.
Ook de vereniging heeft veel aan Teun te danken.
Teun maakt het mededelingenbord en als de vereniging hem vraagt een bord te maken voor de
Opendagtuin is het bord binnen de kortste tijd klaar.
Zonder Teun wordt het lastig vergaderen! De ruimte in de garage is een prima overdekte plek en
de vereniging mag hem altijd gebruiken. En dan de jaarlijkse barbecue waarvoor Teun zijn erf
openstelt!
Tips
Teun heeft één hele belangrijke tip: schoffelen en doorkrabbelen. Doorkrabbelen doe je door met
je vingers de grond tussen planten waar het lastig schoffelen is los te maken. Zo krijgen de
zaadjes geen kans om te ontkiemen want ze drogen uit.
Daarnaast altijd de tuin vóór de winter spitten. De grote hompen aarde vriezen stuk en zijn
makkelijk te verpulveren.
Voor de fanatiekelingen: baggeren! Met een baggerbeugel schep je de bagger uit de sloot. Die
laat je één dag drogen. Dan bouw je van de gedroogde bagger een muurtje vlak bij de sloot en
bagger je vrolijk verder. Door het muurtje kan de bagger niet weglopen.
Na het spitten verdeel je de bagger over het land en heb je de zachtst denkbare aarde.
De man die niet stilzitten kan
Interview met Teun Voorn
Jannie en Teun
Voorn
het ouderlijk huis, bouwkosten 99
gulden en 50 cent
drie dochters op de 1500
m
2
grond
zwemles in de
praam
de
tuinders
de jaarlijkse ledenvergadering
in de garage
bij de boom ligt nu
de brug
een hectare
grond
scherven en
pijpenkopjes